In een recente studie met behulp van DNA-barcodering hebben we de planten geïdentificeerd die gevoed worden door vier Afro-tropische muggensoorten die dengue, malaria en Rift Valley koorts vector zijn.

Hierbij hebben we de rol van drie van de planten, Pithecellobium dulce (Fabaceae), Leonotis nepetifolia (Lamiaceae), en Opuntia ficus-indica (Cactaceae), op de overleving, vruchtbaarheid en ei-levensvatbaarheid van de dengue vector Aedes aegypti.

Methoden

We hebben deze effecten getest met behulp van vrouwen die (i) een eerste drie rantsoenen bloedmeel kregen en (ii) helemaal geen bloedmeel kregen. Er werden twee controles opgenomen: leeftijdsgebonden vrouwen die gevoed werden met een glucoseoplossing met of zonder een eerste bloedmeel en vrouwen die uitsluitend met bloedmeel werden gevoed. De gegevens werden dagelijks verzameld over een periode van 30 dagen. Het aminozuurgehalte van de Ae. aegypti-darmen en hun respectieve diëten werden gedetecteerd door middel van gekoppelde vloeistofchromatografie-massaspectrometrie.

Resultaten

Vrouwelijken gevoed met P. dulce en een uitsluitend bloedmeel-dieet hadden een kortere overleving dan die gevoed met glucose. Aan de andere kant, vrouwen gevoed met L. nepetifolia overleefden langer dan degenen die uitsluitend met bloedmeel werden gevoed, terwijl degenen die met O. ficus-indica werden gevoed de kortste overlevingstijd hadden. Met een eerste bloedmeel, vrouwen gevoed met L. nepetifolia gelegd 1,6-voudige meer eieren, terwijl die gevoed met de andere diëten legde minder eieren in vergelijking met die uitsluitend gevoed met bloedmeel. Het aantal uitbroedingen van de gelegde eieren varieerde met het dieet. Massa spectroscopische analyse van de darminhoud van muggen blootgesteld aan de verschillende diëten toonde kwalitatieve en kwantitatieve verschillen in hun aminozuurniveaus.

Conclusie

Onze bevindingen benadrukken de centrale rol van plantenvoedingsstoffen in de voortplantingsgeschiktheid van dengue vectoren, die hun potentieel voor ziekteoverdracht kunnen beïnvloeden.

Lees volledige studie

 

Connexion