De slechte therapietrouw en de negatieve houding ten opzichte van de behandeling zijn veel voorkomende klinische problemen bij de behandeling van psychotische stoornissen.

Deze studie onderzocht hoe de kernsymptomen van schizofrenie en het dagelijks functioneren van invloed zijn op de therapietrouw en de houding ten opzichte van antipsychotica en om patiënten met clozapine of andere antipsychotica te vergelijken.

Methode

Een dwarsdoorsnede-studie met gegevens van 275 patiënten met de diagnose schizofrenie-spectrumstoornis. Patiënten die zich aan de symptomen houden, hun houding, hun inzicht en hun neveneffecten werden geëvalueerd met behulp van de Attitudes towards Neuroleptic Treatment scale. De algemene symptomatologie werd gemeten met behulp van de Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS), de Health of the Nation Outcome Scale (HoNOS). Het functioneren werd beoordeeld met behulp van activiteiten van de dagelijkse levensschaal, instrumentele activiteiten van de dagelijkse levensschaal en het sociale functioneren van de dagelijkse levensschaal.

Resultaten

Zelfgerapporteerde behandelingstoestand was hoog. Van de patiënten gaf 83% aan ten minste 75% van de voorgeschreven medicatie te gebruiken. Het hebben van meer symptomen was gerelateerd aan een negatievere houding ten opzichte van de behandeling. Er was een bescheiden verband met het functioneren en de therapietrouw en de houding ten opzichte van de antipsychotische behandeling. Attitudes beïnvloed door adherence in niet-lozapine maar niet in clozapine groepen.

Conclusie

Vroegtijdige detectie van niet-aanhankelijkheid is moeilijk. Een systematische evaluatie van de houding ten opzichte van de behandeling zou een manier kunnen zijn om dit probleem te beoordelen, samen met geoptimaliseerde medicatie, een snelle evaluatie van de bijwerkingen en een flexibel gebruik van psychosociale behandelingen.

Lees de volledige studie.

Connexion